[dDH] [Menu]    Niet-Winkeldag Home Page
KONSUMINDERKRANT 1999

Liever bloei dan groei

Ekonomische groei de oplossing voor alle kwalen? Daar valt wel iets op af te dingen! Over het verschil tussen groei en bloei.

Door Jack Stoop

Buldozer ruimt natuurHet gaat goed met onze ekonomie. Elk jaar is er een nog hogere ekonomische groei. Volgens de politiek en het bedrijfsleven is 'groei' de oplossing voor alle problemen. De werkgelegenheid neemt er door toe en er komt geld vrij om 'leuke dingen' voor de mensen te doen, zoals sociale voorzieningen in stand houden en het milieu beschermen. De zegen van ekonomische groei is tot dogma verheven en staat boven alle diskussie.

Mensen die beweren dat 'de bomen niet tot in de hemel groeien' en die er op wijzen dat we vier aardbollen nodig hebben om alle mensen te 'verheffen' tot onze leefstijl, zijn in de ogen van de groeidenkers 'pessimistische doem-denkers' of 'wereldvreemde idealisten'. Toch zijn er wel degelijk vraagtekens te plaatsen bij nut en noodzaak van ekonomische groei.

Ekonomische groei

Als een chemisch bedrijf de grond vervuilt, dan is dat goed voor de ekonomie. Het opruimen van de vervuiling door een ander bedrijf is ook ekonomische groei.

Als Nederlandse varkens per vrachtwagen naar Italië worden gebracht voor de slacht en later geïmporteerd worden als parmaham, dan groeit de ekonomie. Hoewel volslagen zinloos, draagt het transport heen en terug bij aan de ekonomische groei.

Het klinkt waanzinnig, maar de bombardementen op Servië hebben een belangrijke impuls gegeven aan de ekonomie van dat land. Er valt immers weer veel op te bouwen en dat is een aktiviteit die bijdraagt aan de groei van de Servische ekonomie.

Zoals aan de ene kant volstrekt onzinnige aktiviteiten worden meegeteld als ekonomische groei, zo worden aan de andere kant reële kosten niet meegerekend. Een bedrijf dat automatiseert en machines koopt, levert daarmee een bijdrage aan de groei van de ekonomie. De kosten aan uitkeringen voor de mensen die hun baan verliezen worden niet in de berekening meegenomen. Bedrijven die wegwerpprodukten maken nemen de kosten voor verwijdering van afval niet mee in hun winstberekening.

Ekonomische groei wordt zo berekend dat het alleen gunstig is voor de korte termijn.

Groeimotieven

Groei zou volgens de voorstanders noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van bedrijven, goed voor de werkgelegenheid en zelfs voor het milieu. Daar valt wel wat op af te dingen. Door het streven naar voortdurende groei zijn al veel kleine bedrijfjes verdwenen of gedwongen gefuseerd met een grote konkurrent.

Bij fusies en reorganisaties gaan vaak banen verloren. En ook de voortdurende mechanisatie en automatisering kosten werk.

Dat ekonomische groei nodig zou zijn om milieumaatregelen te bekostigen is een fabeltje. Eerst flink vervuilen om het geld te verdienen om de vervuiling daarna op te ruimen...

De ekonomische groei vult vooral de zakken van geldschieters. Investeerders zoals banken en beleggingsfondsen willen een steeds hoger rendement op hun investeringen en willen dit rendement ook steeds sneller. Als een bedrijf hier niet aan voldoet dan trekken ze hun investeringen terug en zit het bedrijf in de problemen.

Groeidwang

Bedrijven hebben geld nodig om te kunnen produceren en lenen dat van investeerders. Bedrijven moeten dus geld verdienen, ten eerste om hun kosten te betalen, vervolgens om rente te kunnen betalen en tenslotte om winst te kunnen maken. Zo gaat het al eeuwen. Door de globalisering is er echter het een en ander veranderd. Investeerders kunnen hun geld tegenwoordig overal kwijt en kiezen voor bedrijven die hun het meeste rendement opleveren in de kortst mogelijke tijd. Bedrijven staan onder voortdurende druk om een zo hoog mogelijk rendement te leveren aan hun investeerders, omdat deze anders hun geld in een ander bedrijf stoppen. Dit kan een bedrijf alleen maar doen door te groeien.

Hier komt nog bij dat er tegenwoordig produkten van over de hele wereld in de winkel liggen. De konkurrentie is toegenomen, net als de druk om even goedkoop en liefst nog goedkoper te produceren dan een ontwikkelingsland. Bedrijven kunnen dit alleen maar door steeds te streven naar kostenverlaging en produktiegroei.

Rente

De groeidwang wordt nog versterkt door de werking van rente. Een bedrijf dat een geldbedrag leent moet een hoger bedrag terugbetalen. Dit extra bedrag aan rente komt in de beurs van de investeerder, die hierdoor de volgende keer meer geld kan uitlenen, waarvoor hij ook weer meer geld terug ontvangt. Om dit systeem in stand te houden moet de hoeveelheid geld die in omloop is dus steeds groeien, evenals de produktie en konsumptie. Het rentesysteem nodigt uit tot korte-termijndenken. Een bedrijf wil het geleende geld zo snel mogelijk terugbetalen, omdat er dan minder rente betaald hoeft te worden en een investeerder wil zijn geld zo snel mogelijk terug omdat hij het dan opnieuw kan uitlenen. Lange-termijnbelangen zoals werkgelegenheid, sociaal beleid en milieu raken zo op de achtergrond.

Genoeg!

De ware redenen dat 'de ekonomie moet groeien' hebben vooral te maken met de bankrekening van investeerders. Het is tijd om eens na te denken over de funktie van ekonomische aktiviteiten en onze rol hierin.

Vinden we het echt nodig steeds harder en meer te werken en steeds meer geld uit te geven aan konsumptiegoederen om zo de groei van de ekonomie en het kapitaal van investeerders mogelijk te maken? Is een hogere arbeidsproduktiviteit belangrijker dan werkgelegenheid, of een lagere kostprijs belangrijker dan schone lucht en water? Hebben we echt behoefte aan steeds meer, groter en luxer, of wordt ons dat aangepraat?

De ekonomie moet voorzien in de behoeften van mensen, niet andersom. De huidige ekonomie schiet dat doel voorbij. Er is weliswaar een overvloed aan produkten, maar aan een heleboel andere produkten, zoals zorg en onderwijs, is een groot tekort. En veel mensen komen om in het werk, terwijl andere niet in staat gesteld worden om zinvol werk te doen. Daarbij komen nog de neveneffekten als milieuvervuiling en uitbuiting.

Ekonomische bloei

In plaats van 'groei' zouden we kunnen streven naar 'bloei'. In plaats van weinig grote bedrijven zouden er veel kleine bedrijven moeten komen. Kleine bedrijven leveren meer werkgelegenheid en zorgen voor meer diversiteit. En de produkten moeten zo gemaakt worden, dat ze lang meegaan en gerepareerd kunnen worden. Dat is beter voor het milieu en geeft een impuls aan arbeidsintensieve service- en reparatiebedrijven.

Uiteraard moeten produkten en produktieprocessen zo milieuvriendelijk mogelijk zijn. Dat voorkomt hoge kosten in de toekomst en is wel zo aardig voor onze kleinkinderen. Verder moeten we meer produceren voor onze eigen behoeften en minder voor de export. Dan hoeven er geen ontslagen meer te vallen omdat er een krisis is in Azië en we hoeven onze bodem niet meer te verzuren om het buitenland van ham te voorzien. Ook bespaart dit veel onnodig transport en luchtvervuiling.

Misschien lijkt een bloei-ekonomie een utopie. Maar het kan! Er is een omslag voor nodig in ons denken over geld en welvaart. Zo'n bloei-ekonomie is een stuk prettiger, duurzamer en stabieler dan de zeepbel van groei, winstbejag en flitskapitaal die onze ekonomie nu is.

Meer over dit onderwerp:
Strohalm: Voor hetzelfde geld. Uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht 1998.
Willem Hoogendijk: Economie ondersteboven. Uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht 1991.


menu | dDH