Menu KOOP NIETS!    Internationale Niet-Winkeldag

De meest gestelde vragen


A. ALGEMEEN

We zeggen niet dat we niet willen dat mensen niet winkelen. We zeggen dat we willen dat mensen nadenken over wat ze kopen, en of alsmaar consumeren echt de kwaliteit van hun leven verhoogd. Dit vanwege de effecten van overconsumptie op het milieu (zoals vervuiling en klimaatverandering). Deze ontwikkelingen betekenen dat we onze consumptie moeten verminderen, vooral in landen als Nederland die veel meer consumeren dan hun eerlijke aandeel in grondstoffen.

Elk product dat we kopen heeft een effect op het milieu: het winnen en verwerken van ruwe grondstoffen, het maken van producten en het dumpen ervan na gebruik veroorzaken vervuiling, zorgen voor chemisch afval, verspillen energie en verwoesten de leefomgeving van dieren. Onderzoek heeft uitgewezen dat we om binnen de natuurlijke grenzen te blijven, en niet meer te gebruiken dan ons eerlijk aandeel in natuurlijke hulpbronnen en niet meer te vervuilen dan ons eerlijk aandeel, we uiteindelijk onze totale consumptie van nieuwe materialen en energie moeten verminderen met ongeveer 80%.

We verwachten niet dat iedereen ineens omkeert en naar huis gaat; en het gaat er niet om of je komt voor een blik bonen of een kerstkadootje, of iets anders. We streven niet naar een economisch effect. We willen dat mensen nadenken of de roes van het consumeren echt hun leven verbetert. Waarom doe ik dit, op welke advertentie reageer ik, waar hecht ik waarde aan?

  1. Vraag je, voor je iets koopt, af of je het echt nodig hebt.
  2. Als je iets koopt, vraag dan altijd aan de verkoper hoe lang het product meegaat en of het gerepareerd, hergebruikt of gerecycled kan worden.
  3. Doe mee met de campagnes om het regeringsbeleid te veranderen. Hoe meer mensen hun stem laten horen, hoe sneller de regering begrijpt dat er daden nodig zijn.

Deze datum komt internationaal tot stand. Gekozen is voor de dag direct na Thanksgiving Day (in de praktijk de laatste zaterdag van november). Bovendien valt de dag samen met de wereldwijde consumeerdrang, voorafgaande aan Kerstmis. In Nederland valt Niet-Winkeldag bovendien midden in de Sinterklaas-drukte.

Het is pas onrealistisch om te denken dat we door kunnen gaan op de manier zoals we nu leven. We verwoesten onze planeet, zeker als je eraan denkt dat de ontwikkelingslanden meer gaan consumeren. Als zij zich gaan ontwikkelen dan moet Nederland heroverwegen wat haar eerlijk deel van natuurlijke hulpbronnen is.

Wat we willen is: het idee uitdragen dat meer niet altijd beter is. Als je nu de TV aanzet dan word je verteld dat we gelukkiger zijn omdat iedereen meer is gaan winkelen, we worden gebombardeerd met reclames die ons vertellen dat we dit, dat en elk ander nieuw blinkend ding nodig hebben. We moeten de cultuur waarin we leven veranderen, en tijdens de Niet-Winkeldagcampagne proberen we mensen te laten nadenken over wat ze echt belangrijk vinden. Het is een langlopende campagne zijn, maar we moeten ergens beginnen.

B. KWALITEIT VAN LEVEN

Natuurlijk mogen ze kadootjes krijgen; maar als ze stapels spullen krijgen die na een dag al vervelen of rond januari al uit elkaar vallen, is het misschien eens goed om na te denken over wat we ze geven. Het gaat meer om kwaliteit dan om kwantiteit. We moeten ook de reclame uitdagen die onze kinderen wijsmaakt dat ze meer en meer moeten hebben, van een speciaal merk en elk jaar een nieuwe trend. U wordt zo gedwongen om elk jaar meer te kopen en meer uit te geven.

Nee, we hebben het over de kwaliteit van het leven en het uitwerken van wat ons echt gelukkig maakt. Dus we zullen wel warme en comfortabele huizen hebben, maar geen die warmte verliezen via slecht geisoleerde daken. We zullen efficiënt vervoer hebben maar geen asfalt en uitlaatgassen. En we hebben goed gemaakte, repareerbare producten in plaats van spullen die uit elkaar vallen en gedumpt moeten worden.

Precies! Een manier om ons welzijn te verhogen is door te ontsnappen aan de werk-koop-werk-harder-valkuil. Sommige mensen werken steeds harder om meer te verdienen en meer te kunnen kopen, maar hebben geen tijd voor de rest van hun leven. Andere mensen hebben helemaal geen betaald werk. Daarom past 'consuminderen' ook prima in het streven naar algehele onthaasting van onze samenleving.

OK dat mag, maar je wordt afgezet. Weet u dat elk huishouden jaarlijks ongeveer € 680 betaalt voor reclame om u te overtuigen dat winkelen leuk is? Het is blijkbaar effectief maar het zal niet werken. Uiteindelijk moeten we minder gaan consumeren als we een toekomst willen voor onze kinderen.

Nederland als geheel zal minder moeten consumeren, dat wil niet zeggen dat de minder bedeelden dit moeten. De realiteit is echter dat mensen met een laag inkomen vaak geen kwaliteitsprodukten die lang meegaan kunnen betalen. De regering moet hier iets aan doen. Bovendien zijn het vaak de mensen met lage inkomens die het meeste last hebben van milieuvervuiling omdat ze bijvoorbeeld niet naar de groene voorsteden kunnen verhuizen.

We winkelen allemaal. Er is echter wel een verschil tussen je dagelijkse boodschappen doen en 'fun-shoppen'. Het verminderen van onze consumptie is een uitdaging aan iedereen, we moeten allemaal nadenken wat echt belangrijk is, doen wat we kunnen en de regering dwingen te doen wat zij kan.

We zijn niet tegen winkelen, we zijn tegen de massale roes van overconsumptie. Een manier om de kwaliteit van ons leven te verhogen en tegelijk het milieu te verbeteren is het veranderen van binnensteden in plaatsen waar mensen kunnen kopen wat ze nodig hebben, elkaar ontmoeten en bijpraten, naar cafe's, bioscopen en bibliotheken gaan, enz. zonder uitlaatgassen in te ademen, in files te staan en boven het autolawaai uit te moeten schreeuwen.

Nee, mensen willen een leuk, bevredigend, veilig en comfortabel leven leiden. Dat is niet hetzelfde als steeds meer consumeren, al zou je dat in onze cultuur wel denken. We worden overspoeld met reclames die ons vertellen dat het nooit genoeg is. Vaak als we iets willen kopen dat gemaakt is om lang mee te gaan, iets wat milieuvriendelijk geproduceerd is of in herbruikbare verpakking zit, dan blijken deze producten niet te krijgen te zijn. We hebben een politieke en culturele omslag nodig. Volgens opinie-onderzoek is dit ook wat de mensen willen, alleen maakt het overheidsbeleid het erg moeilijk.

Nee, mensen vinden verschillende dingen leuk aan Sinterklaas en Kerstmis. Sommigen vinden het gezellig om samen met vrienden en familie te zijn, sommigen vinden de religieuze aspecten belangrijk en weer anderen hebben gewoon een fijne vakantie. We zeggen alleen dat Sinterklaas en Kerstmis meer inhouden dan alleen maar steeds meer goederen consumeren.

We zijn niet tegen een bepaald soort winkels. Op zich zorgen lokale winkels ervoor dat welvaart in een lokale regio blijft en kan zo zorgen voor meer lokale werkgelegenheid en meer gemeenschapsgevoel.

C. MILIEU

Het probleem is niet dat de natuurlijke hulpbronnen opraken, tenminste niet bij ijzer en aluminium, het probleem zijn de bij- effecten van de mate waarin we ze gebruiken. De meest urgente milieuproblemen zijn: vervuiling, het hoge energieverbruik en de verwoestijning van natuurgebieden, gepaard gaande met het winnen van grondstoffen en de fabricage van producten. Dat houdt bovendien verband met zure regen, klimaatverandering en vergiftiging van water, bodem en lucht.

Dat is wel mogelijk door producten beter te ontwerpen zodat ze gerepareerd, hergebruikt en uiteindelijk gerecycled kunnen worden; en door ons af te vragen wanneer het genoeg is. Als we hetzelfde aantal producten gebruiken maar ze zo maken dat ze twee keer zo lang meegaan en de helft aan grondstoffen vereisen, dan zijn we er al bijna. De problemen zijn niet van technische maar van culturele en politieke aard.

Omdat het weinig zin heeft om bijvoorbeeld TV's te maken die twee keer zo lang meegaan als er vier maal zoveel van worden verkocht. De winst van efficiency wordt dan teniet gedaan door de grotere aantallen waarin ze geconsumeerd worden. Op dit moment zijn onze economie en cultuur zo ingericht dat dat precies is wat zou gebeuren.

Daarover valt zeker te discussieren, maar het doet niets af aan het feit dat elk land recht heeft op haar aandeel in de natuurlijke hulpbronnen. Landen die dit eerlijk deel in het verleden niet of nauwelijks gehad hebben, beginnen dit nu steeds meer op te eisen. Sommige zuidelijke landen eisen niet alleen hun eerlijke deel maar ook hun eeuw van voorspoed zoals het Noorden die heeft gehad. Hoe dan ook, de ontwikkelingslanden worden politiek steeds sterker en we zullen ze nog hard nodig hebben bij het aanpakken van mondiale problemen zoals broeikaseffect en klimaatverandering.

Wat we nodig hebben is een trend richting lokale zelfvoorziening. Dit betekent geen einde aan de wereldhandel, maar meer lokale productie voor lokale consumptie overal ter wereld. Ook is het nu zo dat er meer geld van Zuid naar Noord stroomt dan andersom. Wij moeten de consumptie in rijke landen omlaag brengen zodat de arme landen toegang krijgen tot de hulpbronnen die ze nodig hebben om de armoede te bestrijden. Er zijn echter grote politieke problemen die opgelost moeten worden samen met het terugdringen van de overconsumptie in rijke landen zoals de schuldenlast van de derde wereld en de oneerlijke handel. Op dit moment kunnen arme zuidelijke landen niet volledig profiteren van hun hulpbronnen vanwege oneerlijke regels en belastingen van de rijke landen.

Arme mensen schaden het milieu omdat ze geen andere mogelijkheid hebben om te overleven. Als ze meer toegang hadden tot de natuurlijke hulpbronnen dan hoefde dit niet. Het is nu zo dat 20% van de wereldbevolking 80% van de natuurlijke hulpbronnen consumeert en het leeuwendeel van de milieuvervuiling veroorzaakt. Veel milieuverwoesting in het zuiden, zoals het kappen van bossen, gebeurt om in de behoeftes van het noorden, aan bv. papier, te voorzien.

We zeggen juist dat de mensen in armere landen meer mogen gaan consumeren, maar onze planeet kan het niet aan als iedereen gaat consumeren in de mate waarin wij dat doen. En wij kunnen tegen de mensen in het zuiden niet zeggen dat ze maar arm moeten blijven terwijl wij doorconsumeren. Als we de natuurlijke hulpbronnen eerlijker verdelen dan krijgen ontwikkelingslanden de ruimte om te groeien terwijl wij onze consumptiepatronen veranderen en efficienter worden.

De wereldbevolking zal de komende 50 jaar verdubbelen, vooral in de arme landen. Toch zijn het de rijke landen, met een klein aandeel van de wereldbevolking, die de meeste milieuproblemen veroorzaken. De consumptie in de rijke landen moet verminderen om arme landen meer toegang tot hulpbronnen te geven en zo de armoede aan te pakken. Het aanpakken van de armoede is noodzakelijk voor deze landen om controle te krijgen over de bevolkingsgroei. De bevolkingsgroei is een deel van het probleem, maar niet de oorzaak er van.

E. ECONOMIE

Integendeel! Door een toename van lokale bedrijvigheid, hergebruik en reparatiebedrijven zal de werkgelegenheid toenemen. Een paar voorbeelden: Onze welvaart in termen van het Bruto Nationaal Product is inderdaad spectaculair toegenomen de laatste honderd jaar, evenals de gewelds- criminaliteit, gevallen van astma, autoverkeer en de slachtoffers hiervan en de uitstoot van broeikasgassen. Is dat vooruitgang? Als je vooruitgang afmeet aan factoren als gezondheid, de toestand van het milieu, gelijkheid van mensen en daarnaast nog economische groei, dan zie je juist een afname van het nationale welzijn. Economische groei is tot op zekere hoogte prima, maar daarna worden de problemen die het veroorzaakt op sociaal en milieugebied groter dan de voordelen. Bovendien bestaat een groot deel van de economische groei uit het oplossen van problemen die door deze groei veroorzaakt worden, zoals het saneren van vervuilde grond.

De 'Sticky Questions' en bijbehorende antwoorden werden in 1998 opgesteld door Friends of the Earth in Groot Brittannië. Vertaling en bewerking: Omslag, Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling.

Menu | Omhoog KOOP NIETS!    Internationale Niet-Winkeldag